Leren veranderen van de natuur
- Elisabete Oliveira Wildschut
- 5 jan
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 feb
De uitdagingen waar organisaties mee geconfronteerd worden vergen geheel nieuwe manieren van werken en organiseren. De geschiedenis leert ons echter dat mensen niet heel goed zijn in het “from scratch” ontwerpen van systemen. De best werkende oplossingen komen in de regel tot stand door een evolutionair proces. Wetenschappers denken nu steeds meer na over hoe dit proces te managen.
Overleven in complexe en dynamische omgevingen is al miljarden jaren de corebusiness van biologische evolutie. De onderliggende mechanismen van evolutie zijn relatief simpel: een eindeloze cyclus van variatie – selectie – retentie. Door seksuele voortplanting ontstaat variatie in eigenschappen (kijk maar naar je eigen kinderen), de eisen van de omgeving maakt dat sommige van die eigenschappen een organisme beter in staat stellen zich voort te planten (selectie) en die voortplanting (retentie) creëert weer nieuwe variatie (je kleinkinderen). Dit eenvoudige en blinde bottom-up proces is onder meer verantwoordelijk voor een van de meest wonderlijke en complexe creaties die we kennen: het menselijk brein.
Ideeën komen elkaar tegen en hebben seks in de hoofden van mensen
De menselijke soort kent twee vormen van evolutie die met elkaar blijken te interacteren: biologische evolutie (langzaam) en culturele evolutie (snel). Culturele evolutie volgt daarbij dezelfde evolutionaire logica als biologische evolutie. Of het nu om sociale normen of technologische innovaties gaat, het proces van variatie - selectie – retentie vinden we overal terug. We kunnen de iPhone zien als het geesteskind van een enkel genie, of als het product van een cultureel evolutionair proces waarin eerdere innovaties logischerwijze hebben geleid tot dit (of een soortelijk) product. Ideeën komen elkaar tegen, hebben seks in de hoofden van mensen en krijgen nieuwe kindjes (nieuwe ideeën) Dit proces gaat eindeloos door. De theorie van evolutie door natuurlijke selectie zelf, was ook het product van allerlei wetenschappelijke en filosofische inzichten die aan het begin van de 19e eeuw rondgingen. Darwin was ook niet de enige die op dit idee kwam, hij was alleen de eerste die het publiceerde. De cultuur was al zwanger van dit idee.

Eenzame genieën of culturele kraamkamers
Dit idee van culturele evolutie is vaak moeilijk te vatten, omdat veel van het proces zich buiten ons zicht afspeelt (tenzij je bijvoorbeeld alles hebt gelezen wat Darwin heeft gelezen). Onze default is grote innovaties te zien als het product van grote geesten, zoals Steve Jobs of Charles Darwin. Om die reden hebben mensen veel moeite om te geloven dat de enorme pracht en complexiteit van de natuur het product is van een blind bottom-up proces. Er moet wel een schepper zijn! Ik noem dit ook wel de ontwerp-illusie: wanneer we iets geniaals zien, gaan we er van uit dat dit alleen van een genie kan komen. De illusie werkt ook andersom: moeilijke problemen los je op door geniale mensen erbij te halen. In organisaties betekent dit vaak slimme koppen bij elkaar zetten die dan een systeem ontwerpen dat al onze problemen oplost (uiteraard moeten die vervelende medewerkers ook nog meewerken). Het probleem hier is dat het in een complexe omgeving vaak moeilijk te bepalen is wat gaat werken.
Een vlinder in Australië veroorzaakt een storm op de Waddeneilanden
Systemen interacteren niet alleen met een uitermate complexe en dynamische wereld, maar ook met complexere mensen. Elke keuze in het ontwerp heeft een veelheid aan gevolgen voor bijvoorbeeld belangenconstellaties en de interacties daarvan. Waar we verantwoordelijkheid neerleggen heeft bijvoorbeeld effecten op gedrag van degene die deze verantwoordelijkheid krijgt, wat weer effecten heeft op de andere mensen waar hij of zij mee interacteert. We kunnen zelden al die complexe interacties overzien en managers gaan er vaak impliciet van uit dat het systeem als een machine functioneert. Ontwerp je alles goed, dan loopt het als een zonnetje. De realiteit wordt echter beter beschreven door de chaostheorie. Een vlinder in Australië veroorzaakt een storm op de Waddeneilanden. Wat betekent dit alles voor organisatieverandering?
Projectmatig vs evolutionair veranderen
Thijs Homan, hoogleraar Implementation and Change Management aan de Open Universiteit, beargumenteerte dat het onmogelijk is om verandering op een projectmatige wijze te realiseren. Zijn boodschap: niet van tevoren plannen maken en strategieën bedenken, maar accepteren dat dingen simpelweg ontstaan en dat je er hooguit achteraf chocola van kunt maken. In organisaties hoor ik dit sentiment terug in uitspraken over organisch veranderen. We geven een visie mee en laten het gebeuren. Echt goed heb ik dit echter nooit zien werken.
Er is een alternatief voor deze laissez faire-benadering van veranderen. Al millennia weten mensen hoe je biologische evolutie kunt sturen, dit heet ook wel fokken. Of het nu om honden gaat of om aubergines, mensen passen al duizenden jaren biologische systemen aan hun wensen aan. De laatste decennia beginnen wetenschappers ook na te denken over hoe je culturele evolutie kunt sturen. De basis is hier weer simpel. Wanneer je ruimte creëert voor variatie (experimenten) en duidelijk selectiecriteria definieert, kun je gericht gaan werken aan nieuwe oplossingen (retentie) die weer nieuwe variatie introduceren. Inzicht in evolutionaire processen helpt dit proces te richten, te versnellen en te managen.
Evolutionair veranderen is ook een belangrijk onderwerp in de leergang Evolutionaire Psychologie voor Professionals. Kijk hier voor meer informatie: www.ceob.eu/epp
Het implementeren en managen van evolutionaire processen is uiteindelijk de meest effectieve oplossing om complexe systemen te ontwerpen in een dynamische wereld. Het product van dit proces is zelden een volmaakt systeem, maar wel het best werkende.

Democratie is zeker geen perfect systeem, maar gezien de krachten in een grootschalige samenleving is dit (nu) uiteindelijk het meest stabiele en succesvolle systeem ooit.
Waarom niet te doen wat wel werkt
Ondanks dat een evolutionaire benadering uitermate effectief is, is het geen populaire benadering. Hier zijn een aantal redenen voor. Het belangrijkste obstakel is de ontwerp-illusie en daarmee samenhangende belangen. Opdrachtgevers willen een helder plan. Ze willen weten wat de oplossing gaat worden, wat het gaat kosten en hoe snel het er is. De uitvoerders komen daarmee onder druk om te leveren. Iedereen moet zich verantwoorden en is zo direct afhankelijk van de ontwerp-illusie. Voor adviseurs en andere ingehuurde veranderaars is dit evolutionaire verhaal daarbij moeilijk te verkopen. Wat lever je dan? Een aanpak zonder duidelijk resultaat en zonder een duidelijk tijdspad? Als opdrachtgever kun je dan terecht afvragen of de externen niet vooral bezig zijn hun eigen werk te creëren. Ten slotte: hoe doe je het dan? Hoe zorg je dat de organisatie niet een grote hobbyclub wordt?
Veel van de bovengenoemde problemen kunnen opgelost worden met de juiste aanpak, maar bottom-line is het kiezen van deze bottom-up benadering een risico. Je weet niet precies waar je uitkomt en hebt geen volledige controle over het proces. Hier ligt een uitdaging voor echte leiders. Durf je dit op te pakken?
Altijd op de hoogte blijven van nieuwe artikelen? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >>
Comentarios